Statenkwartier van toen: Ritmische historie in de Adriaan Pauwstraat

door Karel Wagemans

Emile Dalcroze was een vermaard Zwitsers musicus, die in de beginjaren van de vorige eeuw de naar hem genoemde vorm van muziekeducatie ontwierp, waarbij muziek, beweging, geest en lichaam zich ritmisch met elkaar verbinden. Tegenwoordig wordt dat lessysteem aangeduid met de Engelse term eurhythmics, vroeger sprak men meestal van ritmische gymnastiek. Eén van de eersten in ons land die daarin deskundig onderricht gaf, was Louise den Hollander (1876-1932). 

‘De Haagsche Vrouwenkroniek, weekblad voor de ontwikkelde vrouw’ no. 15, d.d. 14-04-1917. Tijdschriftfoto

Zij werd geboren op Banka in Nederlands-Indié, waar haar vader schoolhoofd te Muntok was. Tijdens diens verlofperiode in 1897 vergezelde ze hem met de rest van de familie naar Nederland om zich hier op het Koninklijk Conservatorium te gaan bekwamen tot pianolerares. Henri Viotta, Julius Röntgen en Dirk Schäfer behoorden tot haar leermeesters. In de zomer van 1907 behaalde zij te Genève bij Dalcroze tevens haar lesdiploma in de ritmische gymnastiek. Terug in Nederland bracht zij haar vaardigheden op dat vlak direct in praktijk. Aanvankelijk nog op bescheiden schaal in een daartoe ingericht lokaal op de Voltastraat 8 in Duinoord, maar in 1915 voldeed die locatie – gezien het groeiend aantal cursisten – niet langer. Want Louise den Hollander had zich inmiddels als lerares en pedagoge van de Dalcroze-methode een uitstekende reputatie verworven, mede vanwege de door haar geleide opvoeringen van hoog artistiek gehalte. Een nieuw en ruimer onderkomen werd gevonden op de Adriaan Pauwstraat 26, tot dan nog bewoond door de aannemer J. Tasseron. De moderne(re) voorzieningen op dat adres, zoals elektra en centrale verwarming, zullen dan ook wel uit zijn koker stammen. De eerste cursus ging er begin september 1916 van start. De ritmische oefeningen werden door Louise den Hollander muzikaal begeleid op de vleugel, voor zover zij er niet zelf aan deelnam.

‘De Haagsche Vrouwenkroniek, weekblad voor de ontwikkelde vrouw’ no. 17, d.d. 08-07-1916. Advertentie

Samen met haar jonge leerlingen – hun leeftijd lag tussen de 4 en 14 jaar – gaf zij regelmatig voorstellingen ten bate van het goede doel. Daarmee werd natuurlijk in een moeite door reclame gemaakt voor de muzikale vorming naar Dalcrozes methode. Al was het alleen maar voor de moeders. Een verslaggever van De Avondpost schreef in dat verband over een matinee in april 1919 ten behoeve van de Vereniging tot bestrijding der Tuberculose: “Een gewichtige middag voor de kleintjes, die met gloeiende wangen en stralende oogen hun lang niet altijd gemakkelijke taak volbrachten. Enkele onwillige armpjes of beentjes daargelaten ging alles als op rolletjes en menige moeder hoorde ik met trots vragen: Zie je haar? Doet ze ’t niet snoezig? Als haar kleine meiske in een jurkje fijn van kleur, in luchtig rhytme voorbij huppelde.”

Tekening van Louise den Hollander door Ko Cossaar, ca. 1922

Niet lang nadien nam ook de latere voordrachtskunstenares Maud Cossaar aan de lessen en opvoeringen deel. Haar vader, de kunstschilder Ko Cossaar (1874-1966), die jaren op de Doornstraat 17 heeft gewoond, vervaardigde in die tijd een fraaie tekening van zijn dochters docente. “Zij leefde voor de kunst,” is later over Louise den Hollander geschreven en in zekere zin is die gedrevenheid haar tevens fataal geworden. Om de zware economische crisis, die vanaf het begin van de jaren 1930 ons land teisterde te verlichten, was het Nationaal Crisis Comité opgericht. In dat kader stond voor zaterdagmiddag 19 maart 1932 in het (in 1964 afgebrande) gebouw voor Kunsten en Wetenschappen een uitvoering van het allegorische dansspel Suite Graaf Ooievaar door de leerlingen van Louise den Hollander gepland. Op de succesvolle matinee waren onder meer kroonprinses Juliana en haar vader prins Hendrik aanwezig. Maar drijvende kracht Louise den Hollander ontbrak… Tijdens de intensieve voorbereidingen was zij door een zware kou getroffen en uiteindelijk door de hoge koorts gedwongen het bed te houden. Zij overleed daags voor het optreden. Dat werd voorlopig echter stilgehouden.  “Het was haar laatste wensch, dat de opvoering waaraan zij al haar krachten had besteed en in dienst waarvan zij ziek werd, zou doorgaan om den kinderen, die haar zoo lief hadden, geen verdriet te berokkenen. Dit is wel diep tragisch!“ berichtte De Indische Courant nadien. De crematie te Westerveld bij Velsen was toen al achter de rug. Op dinsdagmiddag 21 maart 1932 was er gelegenheid tot afscheid nemen geweest in de tot dat doel als rouwkamer ingerichte danszaal van de Adriaan Pauwstraat 26.

‘Leeuwarder Courant’, d.d. 16-03-1929. (Voor uitzending van kinderen naar buiten, zie: Statenkwartier van toen, d.d. 11 december 2023.)

Die zaal kreeg niet lang erna de oorspronkelijke functie terug, want reeds in september 1932 werden er alweer lessen in ritmische gymnastiek gegeven door mevrouw Hannie Muller-van Gijen (1893-1990) uit de Bentinckstraat. Bovendien werden er nu ook cursussen plastisch dansen gegeven. Met die vernieuwende ballettechniek, waarbij de natuurlijke, gevoelsmatige beweging centraal staat, had de Amerikaanse Isadora Duncan rond 1900 furore gemaakt en sindsdien veel navolgers gevonden. Daartoe behoorde ook Lili Green (1885-1977), de dochter van een rijke Surinaamse planter. Na hier in 1905 een optreden van Isadora Duncan te hebben gezien, staakte zij haar pianostudie aan het Koninklijk Conservatorium om zichzelf geheel op deze vorm van dansexpressie te gaan richten. Ze verkreeg er internationale naamsbekendheid mee en van haar ontving mevrouw Muller tegen 1920 de eigen training. Haar vroegere leermeesteres opende trouwens in 1959 – ze was toen 74! – eveneens een dansstudio in het Statenkwartier, op de Van Beverningkstraat 250. Die studio heeft daar tot 1967 gezeten.

De danszaal ingericht als rouwkamer (HGA, 1932)

Maar om terug te komen op de Adriaan Pauwstraat 26: met een onderbreking tijdens de oorlogsjaren vanwege de evacuatie heeft mevrouw Muller op dat adres tot 1963 de maat aangegeven, waarna zij een balletschool in Zwolle begon. Want ook zij bleef tot op hoge leeftijd actief in de danskunst. De meest bekende leerlingen uit haar Haagse tijd zijn Hanny Bouman, van 1961 tot 1978 balletmeester van het Nederlands Dans Theater, en de ballerina Milly Gramberg, in 1959 medeoprichter van dat theater. De school in de Adriaan Pauwstraat werd na het vertrek van mevrouw Muller voortgezet door haar dochter Hermine en is later overgenomen door oud-leerlinge Hanny Bouman, die toen vrijwel om de hoek op de Stadhouderslaan 84 woonde. In de jaren 1990 is de naam van de school gewijzigd in die van Haags Ballet Centrum. Nadat Claire Boelhouwer er in 2005 de leiding kreeg, vond een verhuizing naar de Deventersestraat in het Belgisch Park plaats.

‘Haagsche Courant’, d.d. 01-09-1933. Advertentie

 

‘Eindhovensch Dagblad’, d.d. 25-04-1959. Krantenfoto

 

1 antwoord
  1. Rebecca Adriaansz-Stewart zegt:

    Mijn man, Willem Adriaansz was eerst getrouwd met een modern dans danseres (school van Isadora Duncan). Toen we naar de APstraat in 1974 verhuisde, ontdekte hij de ‘fameuze school van mw Muller op APstraat 26. Ik leerde Hermine(?) kennen en zeker mw. Bowman. Haar kleine kantoor vooraan werd ergens in die periode gebouwd.
    Heel veel dank voor deze informatie!
    R A-S

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.