Statenkwartier van toen: Kraamkliniek Frankenslag

door Karel Wagemans

Lezers van de romans van Louis Couperus staat allicht een ander beeld voor ogen, maar de Haagse dames uit zijn tijd waren in hoge mate actief op het sociale vlak. Zo werden door hun toedoen in korte tijd twee verenigingen opgericht die als doel hadden steun te bieden aan stadgenotes uit “den minvermogenden arbeiderstand”. De eerste was die voor Hulp in het Huishouden (1905), de tweede die tot Behartiging der Belangen van Hulpbehoevende Kraamvrouwen (1906). De namen ervan zijn verweven met de geschiedenis van de kraamkliniek, die van 1914 tot 1967 aan het Frankenslag gevestigd is geweest. De komst van die kliniek was een direct gevolg van de eind juli 1914 uitgebroken Eerste Wereldoorlog. Hoewel Nederland buiten die strijd bleef, kon de weerslag ervan ook hier danig worden gevoeld. Een groot deel van de mannelijke bevolking werd gemobiliseerd en naar de grens gestuurd, terwijl vele duizenden Belgen op de vlucht voor het krijgsgeweld in ons land terecht kwamen.

Inzamelingsactie ten bate van de kraamkliniek. Oproep in Het Vaderland, d.d. 11 november 1914. Precies vier jaar later zou in 1918 de wapenstilstand worden gesloten, die een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog.

Het was mevrouw Henriëtte van Verre-Mensing van Charante van de Prins Mauritslaan 12, actief lid van de vereniging voor Hulp in het Huishouden, die in augustus 1914 het initiatief nam tot de oprichting van een toen nog slechts tijdelijk gedachte kliniek voor kraamvrouwen met weinig financiële armslag. Die doelgroep kon er dan of kosteloos of tegen een geringe vergoeding hun bevalling afwachten om enkele dagen nadien, weer aangesterkt, samen met kind huiswaarts te keren. Aanvankelijk vond de opvang plaats aan de Gevers Deynootweg 39, maar dat pand bleek hiervoor al snel te klein. Mevrouw van Verre stelde daarom het door haar man – een bankier – tussentijds gekochte en stukken ruimere woonhuis aan het Frankenslag 142 als onderkomen voor de kraamkliniek ter beschikking. Deze locatie met 16 bedden kon vervolgens in oktober 1914 in gebruik worden genomen. Jaren later schreef het dagblad Het Vaderland in een terugblik: “Wat heeft die kliniek veel zorg weggenomen van de vrouwtjes der gemobiliseerden en daardoor vanzelf ook van de mannen aan de grens!”

De kliniek droeg tevens zorg voor de uitzending van kraamverzorgsters Advertentie uit De Avondpost, d.d. 6 juni 1930.

Met de beëindiging van de oorlog in 1918 was naar het oordeel van mevrouw Van Verre het bestaansrecht van de kliniek, die immers een tijdelijk karakter had, weggevallen. Bovendien tobde zij inmiddels wat met haar gezondheid. (Het heeft haar overigens niet beleg om bijna 84 te worden; zij overleed in 1957 in het Franse Menton). De vrouwenarts dr. N.J.F. Pompe van Meerdervoort, die zowel in het bestuur van de vereniging voor Hulp in het Huishouden, als in die tot Behartiging der Belangen van Hulpbehoevende Kraamvrouwen zat, wist echter te bewerkstelligen dat die tweede vereniging in mei 1919 de exploitatie van de kraamkliniek aan het Frankenslag overnam. Hijzelf trad daarbij aan als geneesheer-directeur. Later in datzelfde jaar onthulde het communistische gemeenteraadslid, mevrouw Wolda-van der Puil in de woorden van haar partijorgaan De Tribune diverse “ongelooflijke feiten over de toestanden” in de kliniek. Zo moesten de kraamvrouwen uit de armste klasse het doen met maar enkele bezoekuren, terwijl een dergelijke restrictie voor hun beter gesitueerde lotgenotes in de kliniek niet gold. Die kregen trouwens ook eieren te eten, voor minvermogenden kennelijk een overbodige luxe geacht. Bovendien beschikte de kliniek niet over gediplomeerde verpleegsters, aldus mevrouw Wolda. Dat laatste klopte in elk geval, want een erkend diploma voor de kraamzorg kon in ons land pas vanaf 1925 worden behaald. In onderling jargon heette dat: “Je ooievaartje halen”. 

dokter pompe

dr. N.J.F. Pompe van Meerdervoort, van 1919-1939 directeur-geneesheer van de kraamkliniek (HGA).

Een ernstige, maar gelukkig geen fatale, fout werd in januari 1922 door een van die ongediplomeerde verzorgsters in de kliniek gemaakt. Zij diende een kraamvrouw per abuis een lepel lysol toe uit een flesje, dat een laxeermiddel had moeten bevatten. Het leidde tot een onderzoek van de gemeentelijke Gezondheidscommissie, die alles in de kliniek ordelijk en zindelijk bevond. Dat was niet de mening van een verslaggever van Het Vaderland, die er zelf een kijkje had genomen. Hij constateerde dat er her en der stofnesten lagen, dat de keuken een onappetijtelijke aanblik bood en dat de vestibule met alle daar gestalde fietsen maar een rommelige entree vormde. Dat de kraamvrouwen (waaronder degene die de lepel lysol had gekregen) tevreden waren over de verzorging in de kliniek, was hem niettemin wel duidelijk geworden. De gebeurtenis zou de bloei van de kliniek dan ook niet merkbaar belemmeren. Met de aankoop van de aangrenzende panden Frankenslag 140 en Prins Mauritslaan 55 begin jaren 1930 werden de mogelijkheden tot opvang en opleiding daar aanzienlijk vergroot.

Het “ooievaartje” gehaald! Voor de ingang aan de Prins Mauritslaan 55, 1939 (HGA).

De evacuatie van het Statenkwartier eind 1942 bracht ook de verhuizing van de kraamkliniek met zich mee. Tot halverwege 1951 zou die noodgedwongen onderdak vinden in het vroegere wees- en oudeliedenhuis aan de Laan van Nieuw Oost-Indië 14. Voordat de terugkeer naar de oude locatie plaatsvond, werden de panden daar meer eigentijds heringericht. Gangen en trappen werden bekleed met een laag geluiddempend rubber en er kwam bovendien een moderne operatieruimte. Exploitante van de inrichting was sinds het midden van de jaren 1920 de ’s-Gravenhaagse Centrale Vereniging tot Kraamverzorging, waarin die van de Behartiging der Belangen van Hulpbehoevende Kraamvrouwen was opgegaan. Als opvolger van geneesheer-directeur Pompe van Meerdervoort was sinds 1942 de vrouwenarts dr. Jeanne Knoop in functie, die deze taak tot 1965 zou vervullen. In die naoorlogse tijd werden er jaarlijks zo’n 700 kinderen in de kliniek aan het Frankenslag geboren, waaronder in 1952 en 1953 ook een drieling.

Op de kraamafdeling van de kliniek, 1939 (HGA).

Een toenemend punt van zorg bleken de stijgende lasten, waarvoor de instelling zich gesteld zag om de zaken draaiende te houden. En ook de kosten voor de behandeling van aanstaande moeders stegen. Werd daarvoor in 1916 nog een bedrag van 75 cent per dag in rekening gebracht, in 1966 was dat reeds 40 gulden (circa 120 euro nu). Tien jaar eerder trachtte een kraamvader al om die financiële hindernis te nemen via een drastische ingreep. In augustus 1956 stal hij 3.500 gulden uit de kas van de kliniek. De politie wist hem echter snel in de kraag te vatten en het grootste deel van de buit werd bij hem thuis teruggevonden. Nog in november van hetzelfde jaar werd hij veroordeeld tot 10 maanden.

Drie van de kraamzusters Frankenslag voor de deur van de kliniek, 1939 (HGA).

Het afscheid van dr. Jeanne Knoop (sinds 1963 als vrouwenarts ook werkzaam op Statenlaan 140) luidde het eigenlijke einde in van de kliniek aan het Frankenslag als zelfstandige kraaminrichting. In 1967 overgegaan in handen van het toenmalige NEBO Ziekenhuis aan de Scheveningseweg, heeft de locatie aan het Frankenslag tot 1973 nog enige tijd dienst gedaan als speciale vrouwenkliniek. Over die laatste jaren hangt helaas een treurige schaduw. De 24-jarige Dickey Oudenbroek-Pronk onderging er in maart 1968 een (volgens de kranten) relatief kleine gynaecologische ingreep. Uit de haar toegediende narcose zou zij echter nooit meer bijkomen.

 

door Karel Wagemans

5 antwoorden
  1. Mario Langeveld zegt:

    Wat leuk om dit stuk te lezen en de mogelijkheid een vraag te stellen.
    Zijn er verpleegsters die in de periode van 13 juni 1967 hier hebben gewerkt en bereid zijn met mij in contact te willen komen. Ik ben op zoek of ik één van een drieling ben. Mijn ouders zijn al lang geleden overleden die mij hier geen antwoord meer op kunnen geven en binnen de familie wordt dit wel bevestigd zonder verdere informatie. In het archief heb ik tot nu toe geen antwoord gevonden en zou graag willen weten wat er is gebeurd en of dit broertjes of zusjes waren.

    Ik zou dit zeer op prijs stellen, bij voorbaat dank.

    Mario Langeveld

    Beantwoorden
  2. Thelma Kellenbach zegt:

    Wat leuk. Ik ben 15 juli 1944 in de kraamkliniek aan de Laan van NOI geboren.
    Zijn er nog foto’s van deze locatie?

    Beantwoorden
    • Karel Wagemans zegt:

      U zou een kijkje kunnen nemen op de Haagse beeldbank (de beeldcollectie van het Haags Gemeentearchief), De bij het artikel geplaatste foto’s zijn daar vandaan gehaald, maar er zijn er meer.

      Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.