Statenkwartier van toen: Jantje Hak van de Statenlaan
door Karel Wagemans
Johan Hendrik Albert Karel Gualthérie van Weezel (1905-1982) is ongetwijfeld de meest opmerkelijke Haagse hoofdcommissaris van politie uit de vorige eeuw geweest. Zijn fraaie dubbele achternaam werd in 1877 bij koninklijk besluit aan de familie toegekend. Voordien heette die gewoon Van Weezel. Het Gualthérie verwijst naar een verre voorvader, indertijd stadhouder van de Peel, wiens naam was uitgestorven bij gebrek aan mannelijke nakomelingen. (Via deze zijn er overigens in vrouwelijke lijn ook verwantschapsbanden met de familie d’Aumerie van het vroegere Plantlust aan de Scheveningseweg)
De vader van de toekomstige hoofdcommissaris was officier en werd in 1908 vanuit zijn standplaats Arnhem gedetacheerd in Den Haag bij het departement van Oorlog, zoals het ministerie van Defensie toen werd genoemd. Het betekende voor hem, zijn vrouw en hun twee jonge kinderen een verhuizing naar hier. Ze hebben er van september 1908 tot medio augustus 1919 aan de Statenlaan gewoond. Eerst op nummer 100 en vanaf april 1914 op nummer 92, hoek Frankenslag. Vervolgens vertrok de familie, inmiddels uitgebreid met een derde kind, naar Groningen in verband met de benoeming van vader Gualthérie van Weezel tot inspecteur van de volksgezondheid aldaar. Zijn zoon zou in een interview met de journaliste Bibeb van Vrij Nederland in 1964 over die ingrijpende verandering in zijn leven opmerken: ”Ik was nogal verwend. Ik was hier een beetje verwijfd op een Haags schooltje, in een klasje met zeven kinderen. Toen kwam ik, dat heeft grote invloed op mijn leven gehad, op mijn dertiende in Groningen, op de h.b.s. Die jongens liepen op klompen, ze vochten, daar heb ik leren vechten.”
Na een daarop toegesneden universitaire studie was hij van 1933 tot 1944 kandidaat-notaris te Velsen. In dat laatste jaar werd hij op grond van zijn verzetsactiviteiten bestemd tot (plaatsvervangend) commandant van de binnenlandse strijdkrachten daar. Na de bevrijding volgde een militaire training in Engeland en kreeg hij in de rang van majoor de supervisie over wat sinds 1950 het Korps Commandogroepen heet, maar aanvankelijk nog werd aangeduid als de Stormschool. Ervaring met het politiewerk had Gualthérie van Weezel dus niet, toen hij in maart 1952 werd geïnstalleerd als nieuwe Haagse hoofdcommissaris van politie. Het heeft hem niet verhinderd die functie 18 jaar met verve te vervullen. In ceremonieel tenue gestoken en kaarsrecht op zijn schimmel gezeten ging hij sinds 1953 op Prinsjesdag steevast aan de koninklijke stoet met de Gouden Koets vooraf. In zijn eerste jaar als hoofdcommissaris was hij nog in een koets gestopt, maar dat was hem niet bevallen. “Op een paard zie je alles veel beter,” meende hij. Daarom had hij prins Bernhard, die hij goed kende, gevraagd of hij als ervaren ruiter niet te paard kon gaan. Dat bleek geen probleem te zijn en aldus mocht hij voortaan “Ivanhoetje spelen,” zoals de communistische krant De Waarheid daarover later schamperde. Zijn opvolgers maakten nadien op derde dinsdag van september overigens gebruik van een auto.
Begin jaren 1960 verwierf Gualthérie van Weezel de reputatie nogal een houwdegen te zijn. In die tijd was de Schilderswijk tijdens de jaarwisseling telkens opnieuw het toneel van zeer ernstige ongeregeldheden. Oud en nieuw van 1963/1964 vormde daarop geen uitzondering. De politie trad hardhandig op en daarvan werd een 27-jarige groenteboer in de Ravesteinstraat het slachtoffer. Hij moest gewond naar het ziekenhuis worden gebracht. De hoofdcommissaris deed de gebeurtenis af met een laconiek: “Waar gehakt wordt, vallen spaanders.” Een reactie die hem op grond van zijn voorletters de blijvende bijnaam Jan Hak opleverde. Vergeten is inmiddels dat juist hij pleitte voor de aanschaf van een waterkanon om ordeverstoorders op een meer geweldloze wijze uiteen te jagen. Den Haag was de eerste gemeente in Nederland, die daartoe in 1959 overging.
Hoewel hij ingevolge de toen geldende regeling al op zijn 60ste met pensioen had kunnen gaan, bleef de hoofdcommissaris op uitdrukkelijk verzoek van de toenmalige burgemeester Kolfschoten nog vijf jaar langer in functie. (Een blijk van vertrouwen dat zijn voorganger Valken beslist niet was getoond, want die kreeg op 56-jarige leeftijd ongevraagd en ongewild “eervol” ontslag.) Bij zijn vertrek in 1970 constateerde Gualthérie van Weezel dat het Haagse korps te kampen had met onderbezetting, doordat het regulerend optreden bij politieke demonstraties en de aanpak van de drugshandel steeds meer mankracht vergde. Het klinkt verrassend eigentijds!
Onder de leuze Voor fatsoen! stelde hij zich in 1971 nog kandidaat voor de partij Nederlands Appèl van ridder van Rappard bij de Tweede Kamerverkiezingen dat jaar. Inhoudelijk ging het volgens Godfried Bomans bij die partij om “in een alles overrompelende en dan ook intens gelukkig makende simplificatie” van de maatschappelijke problemen. Die aanpak sprak de kiezer van toen kennelijk niet aan. Kamerzetels werden er althans niet behaald. Gualthérie van Weezels oudste zoon Hans zou het later wel tot kamerlid (voor het CDA) brengen. Diens dochter Annemarie trouwde in 2010 met Carlos van Bourbon-Parma, via zijn moeder Irene een kleinzoon van koningin Juliana en prins Bernhard. Hun drie kinderen kunnen onder de voorouderlijke adressen als Versailles, Schönbrunn en Soestdijk dus ook Statenlaan 92 en 100 tellen.
Na zijn benoeming tot hoofdcommissaris hier in 1952 woonde Gualthérie van Weezel met zijn gezin eerst aan de Van Ouwenlaan 18 en vanaf het begin van de jaren 1970 samen met zijn vrouw aan de Else Mauhslaan 177, allebei in het Benoordenhout. Hij overleed echter in 1982 in het ziekenhuis te Geldrop, nadat hij tijdens een bezoek aan zijn dochter Cita in Heeze onwel was geworden. Zijn crematie vond aldaar plaats.
Tijd geleden dat er een stukje van dhr. Wagemans te lezen was. Leuk om weer eens iets van onze wijk historie te lezen. Deze hoofdcommissaris was destijds een spraakmakende man. Ik herinner me hem nog, aan het hoofd van de stoet, uitgedost op zijn witte paard. ben benieuwd naar de volgende bekende persoon uit onze wijk.
Dank u wel, altijd leuk om te lezen! Volgende keer een stukje dansgeschiedenis…
Met veel plezier las ik het artikel over mijn vader. Een kleine correctie zou kunnen zijn dat mijn vader als roepnaam Albert had en zijn jongere broer was Jan de latere burgemeester van Westerbork , die in de 2e Wereldoorlog is omgekomen. Met vriendelijke groet en dank, Hans G.v.W.
Hartelijk dank voor uw reactie. De tekst zal ter zake iets anders worden geredigeerd!