Statenkwartier van toen: Aan de wieg van radio en TV
door Karel Wagemans
De uitroep “Liever de lucht in!” zal in het nationale geheugen wel voor altijd verbonden blijven aan Jan van Speijk. Maar evengoed zou die aansporing – zij het niet zo explosief in de gevolgen – van toepassing kunnen zijn op onze vroegere wijkgenoot, de bevlogen radioamateur Jan Corver (1878-1956). Gidi Verheijen, die in 2019 al een publicatie aan Hanso Idzerda wijdde, liet in 2023 zijn licht eveneens schijnen op leven en werk van Corver. Op het omslag van dat boek prijkt zijn teruggevonden portret, ooit vervaardigd door Koen Nagel.

Gidi Verheijens boek over Jan Corver met op de cover het portret van Koen Nagel
Corver werd in Amsterdam geboren, waar zijn vader werkzaam was als telegrafist. Een verhuizing naar Twente volgde in 1879, toen Enschede diens standplaats werd. Corver sr. zou de dienst uiteindelijk in 1912 vaarwel zeggen als directeur van het telegraafkantoor te Venlo, maar in die tijd stond zoon Jan al jaren op eigen benen. Sinds 1897 was hij als journalist verbonden aan de Leeuwarder Courant. Na een kortstondig eerste huwelijk (zijn vrouw overleed nog geen jaar na de sluiting ervan) hertrouwde hij in 1908 met Aaltje Oosterhoff, dochter van een hotelier uit Workum. Met haar vertrok hij enkele maanden nadien naar Den Haag vanwege zijn benoeming tot redacteur bij de tachygrafische dienst van de Tweede Kamer, waar hij tot taak had korte samenvattingen op te stellen van de daar gevoerde discussies. In 1919 werd hij benoemd tot directeur van deze dienst, die tot 1924 heeft bestaan en toen is wegbezuinigd. De Corvers behoorden tot de eerste bewoners van de Frederik Hendriklaan 198, een pand dat uit 1905 dateert en later een winkelbestemming heeft gekregen. (In het recente verleden was daar Kikke Spulle te vinden.)

Omslag van Het Draadloos Ontvangstation voor den Amateur, 6e druk uit 1924
Corver, die een technische knobbel had, raakte gaandeweg volledig in de ban van het draadloos uitzenden en ontvangen van berichten via de ether. Hij zou er in de loop der tijd diverse boeken over schrijven, waarvan als eerste publicatie in september 1915 verscheen Het Draadloos Ontvangstation voor den Amateur. Dat boek is vele malen is herdrukt en stelde menig knutselaar uit die dagen in de gelegenheid met behulp van de daarin opgenomen instructies door zelfbouw van een ontvanger voor luistervink te spelen. Want zoals de pers indertijd schreef: “Men behoeft geen gestudeerd man te zijn om Corver te kunnen volgen; het is juist Corvers verdienste, dat hij den belangstellende, die op de hoogte is van de eerste beginselen van der ontvang-techniek, wegwijs maakt op het groote gebied der elementaire kennis, der grondslagen, waarop ‘de radio’ berust.” Dat de belangstelling daarvoor indertijd in brede kring leefde, blijkt overigens ook uit de maart 1916 opgerichte Nederlandsche Vereeniging voor Radiotelegrafie: eind 1917 beschikte die reeds over ruim 830 leden.

Radio Expres nr. 1, januari 1925
Corver werd van deze vereniging de secretaris. Hij en zijn vrouw woonden sinds 1915 in de Van Aerssenstraat 162 en dat werd voorlopig ook het adres van het secretariaat. Sinds 1918 gaf de vereniging het eigen maandblad Radio Nieuws uit, dat informatie voor de leden bevatte over de jongste ontwikkelingen op het vlak van de radiotechniek. Corver werd hiervan de redacteur en is dat tot 1935 gebleven. In de Van Aerssenstraat begon de gezondheid van mevrouw Corver achteruit te gaan, zodat in november 1916 haar jongere zuster Jantje uit Workum overkwam om een helpende hand toe te steken om het huishouden draaiende te houden. Blijvende beterschap van de vrouw des huizes bleef echter uit en zij overleed in de herfst van 1922. Schoonzuster Jantje werd een klein jaar later Corvers derde vrouw; dat vereiste overigens wel dispensatie, want wettelijk was en is zo’n verbintenis niet toegestaan. In totaal is Corver dus drie keer getrouwd geweest, maar uit geen van die verbintenissen zijn kinderen geboren.

Radio Expres nr. 16, april 1927
In 1923 verliet hij het Statenkwartier om in het Benoordenhout op de Burnierstraat 38 te gaan wonen en daar zijn technische proefnemingen voort te zetten in een speciaal voor dat doel ingericht laboratorium. In diezelfde periode kwam voor het eerst het weekblad Radio Expres uit, eveneens een uitgave van de Nederlandsche Vereeniging voor Radiotelegrafie, die inmiddels zo’n 2000 leden telde. Met een beroep op dat “steeds toenemende leger van nieuw-beginnende amateurs” werd in het eerste nummer van dit nieuwe informatieblad aangegeven dat “een snellere voorlichting aangaande de elementaire zaken en kleine moeilijkheden, die zij ondervinden” deze frequente verschijning noodzakelijk maakte. Corver werd ook van dit blad de redacteur en is dat tot 1948 gebleven. De radio had ondertussen – mede dankzij die andere radiopionier uit het Statenkwartier, Idzerda – zijn intrede in het dagelijks leven gedaan en werd een vrijwel niet meer weg te denken verschijnsel in de Nederlandse huiskamer. Het verzuilde systeem van toen leidde als vanzelf tot de oprichting van omroepverenigingen, die erop waren gericht luisteraars van de eigen signatuur te trekken: de NCRV (1924), de KRO en de VARA (1925), de VPRO (1926) en de AVRO (1928). Van die laatste, godsdienstig en politiek neutrale, omroep is Corver vele jaren lang een hoog gewaardeerd bestuurslid geweest. Die bezigheden noopten Corver begin 1937 tot een verhuizing vanuit Den Haag naar Hilversum, waar toen net het nieuwe studiocomplex van de AVRO aan de ‘s-Gravenlandseweg in gebruik was genomen. De Corvers woonden er op de Kastanjelaan 46, het adres waar hij in 1956 is overleden. Zij stierf in 1965.

De AVRO-studio aan de ‘s-Gravelandseweg, Hilversum (1938)
Als medium is de radio is zonder meer Corvers grootste liefde geweest, maar hij stond ook aan de wieg van de televisie, waar het principe van draadloos transport en ontvangst van (bewegend) beeld wordt toegepast. Hij voerde op dat vlak in 1930 al experimenten uit in zijn laboratorium aan de Burnierstraat. Een overdonderde verslaggever van Het Vaderland, die hiervan in de zomer van dat jaar een demonstratie bijwoonde, schreef: “Ik zie een vlekkig en streeperig beeld, nu en dan overgoten door een stroom van ‘confetti’. En toch – het is prachtig, want ik zie het wonder. Dáar in Londen, zingt een vrouw, ik hoor haar zingen, en ik zie dat ze zingt. Ze heft een vinger schalks op en op ’t zelfde oogenblik zie ik haar dat doen; ze lacht, zingt weer, heft haar beide armen op, ze buigt en verdwijnt.” Het heeft niettemin tot eind 1951 geduurd alvorens de allereerste televisie-uitzending in Nederland vanuit Bussum formeel de lucht inging. Aan die historische gebeurtenis heeft Corver als bestuurslid van de Nederlandse Televisie Stichting (NTS) een wezenlijke bijdrage geleverd. Zijn nalatenschap bestond mede uit een groot aantal technische objecten van bijzondere betekenis. Onder de naam Corvercollectie worden die bewaard in het depot van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid te Hilversum.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!