Rijk in je Wijk: Leesclub
Rijk in je Wijk is al sinds april 2016 actief in het Statenkwartier en Geuzenkwartier. Momenteel doen zo’n 25 buurtbewoners regelmatig mee, maar er is altijd ruimte voor nieuwe deelnemers! Lees meer over dit buurtinitiatief.
Een van de deelactiviteiten van Rijk in je Wijk is de Leesclub.
Er is mij gevraagd een stukje te schrijven over de leesclub van Rijk in je Wijk. Wat schrijf je dan? Waarmee begin je dan?
Ik begin maar met mezelf: Cornelis Schouten, inmiddels 71 jaar, gepensioneerd na een levenlang werken in de Koninklijke Bibliotheek. En daarmee zal ik wel een lezer zijn. En inderdaad, dat is ook zo, en altijd met heel veel plezier. Maar zo’n drie jaar geleden verkeerde mijn lust tot lezen toch in een soort crisis. De boeken die meer en meer op mijn pad kwamen, hadden steeds vaker als thema de grote catastrofes die zich de afgelopen eeuw in de wereld hadden voorgedaan. Dat kwam voort uit mijn verlangen te willen weten waarom gebeurde wat er is gebeurd.
Het waren schitterende boeken, zoals Terugkeer ongewenst van Charles Lewinsky of Goede mensen van de Israëlische schrijver Nir Baram. Het waren duistere romans waarin de hoofdpersonen werden geconfronteerd met, en zich moesten verhouden tot, een meedogenloze overheid die hun moraliteit onttakelde, vaak tot en met het bitterste einde. En al gaven die boeken mij inzicht in het ontstaan van vaak nog steeds aanwezige problemen, de beschrijvingen van de donkere kanten van wat mensen kunnen aanrichten, maakten mij steeds somberder en ontnamen mij meer en meer de lust tot lezen.
Drie jaar geleden collecteerde ik voor een goed internationaal doel. Na vele gesloten deuren en evenzovele “neetjes” belandde ik voor een voordeur van een benedenhuis waar ik, erlangs lopend, in de voorkamer een mooi gevulde boekenkast had zien staan. Na aanbellen deed een vrolijke dame van ongeveer mijn eigen leeftijd open. Na mijn collectebus naar voren te hebben geduwd, kon ik het ook niet nalaten een opmerking te maken: “Zo, u hebt daar ook een flink gevulde boekenkast in uw kamer staan. U leest zeker wel het een en ander?” Ze moest lachen, en er ontspon zich een gesprekje over boeken en literatuur en het plezier van lezen.
Ze vertelde me dat ze lid was van een lokale, aan Rijk in je Wijk en het wijkoverleg gelieerde leesclub. Op het moment dat zij mij dit vertelde, flitste het door mij heen dat dit een mogelijkheid was om uit mijn spiraal van weliswaar betekenisvolle maar steeds somberder boeken te komen. Ik vroeg of ik daar eventueel ook lid van zou kunnen worden. Het waren wel allemaal dames, zo kreeg ik te horen, maar ze zou het voor mij vragen. Nog geen week later kreeg ik een positief mailtje. Er was plek, en ik werd uitgenodigd voor een eerste bijeenkomst. Ik kreeg ook de titel mee van het boek dat besproken zou worden.
Het gezelschap, we kwamen bij elkaar in een huiskamer in het Statenkwartier, bleek uit een achttal zeer geletterde en onderlegde dames te bestaan, net als ik van gevorderde leeftijd. De bijeenkomst ging als volgt: het boek werd besproken door een van de aanwezigen, die het had voorbereid, waarna de anderen vertelden wat zij ervan vonden. Het geheel werd vergezeld door kopjes thee of koffie, met wat lekkers erbij, en na afloop ook nog het genot van een glaasje wijn. Waarbij in de latere fase natuurlijk alle onderwerpen tevoorschijn kwamen die zich zo voordoen. Dit was precies wat ik wilde.
Het eerste boek dat ik voor de leesclub las, Ik kom terug, bleek een dol, hilarisch en volkomen dwaas verhaal te zijn over de bizarre relatie van een inmiddels zoon van middelbare leeftijd met zijn onweerstaanbare, onverslaanbare, onverwoestbare moeder die hem tot hoge leeftijd beheerst en bijna letterlijk op zijn nek zit. Ik genoot ervan. En na dit boek volgden er nog een hele reeks andere titels die nooit in mij waren opgekomen om te gaan lezen, maar nu wel. En dat is precies waar ik naar zocht: literatuur die mij op een andere manier naar de wereld, naar “de realiteit”, zou laten kijken.
In een volgende roman, Verwante stemmen van de schrijver Vikram Seth, ging ik mee met een Engelse cellist, volgde ik het gedoe met zijn kwartet, zwom ik met hem in de zwemvijver voor heren in een park in Londen en beleefde ik zijn onmogelijke liefdesavontuur dat hem met zijn strijkersensemble op tournee tot in Venetië voerde. Ik beleefde in de roman Jonge vrouw in blauw bij avondlicht van de schrijfster Elena Schroder het avontuur van de 27-jarige Duitse Hannah, die op het spoor kwam van een verdwenen schilderij van Vermeer, waarbij haar familie een schimmige rol bleek te hebben gespeeld in de Nazitijd.
In de roman Brief in Berlijn van Ian McEwan kwam ik in het Berlijn van de jaren van de Koude Oorlog terecht. Ik las over een verlegen Engelse ingenieur, over zijn liefdesrelatie met een Berlijnse, hun jeugdig geluk, maar ook over het ongeluk waarna, en passant, de ex van de Berlijnse, een gewelddadige Duitse Wehrmachtsoldaat met PTSS, weliswaar dood, in stukken wordt gezaagd en in twee koffers wordt gepropt.
Als laatste, maar niet als minste, noem ik Het Suriname dagboek, een bizar en komisch reisverslag van een prauwreis door de jungle van Suriname, in het kader van een eerder gemaakte ontdekkingsreis van de Surinaamse schrijver Albert Helman.
En zo kan ik wel doorgaan. De leesclub brengt mij, en we komen één keer per zes weken ‘s avonds bij elkaar, in aanraking met een wonderlijke variëteit aan romans die mijn wereld groter maken. Het is ontspanning, maar laat mij ook andere werelden zien. En het laat mij, via deze literaire omweg, op een nieuwe, vaak scherpere manier naar onze werkelijkheid kijken.
De leesclub is zo voor mij een grote verrijking. En dat ik dat kan doen, eens in de zes weken, in een mooi gezelschap van zeer geletterde, lieve medelezeressen, maakt mijn plezier alleen nog maar groter. Ik kan het iedereen aanraden.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!