Statenkwartier van toen: Onderzoekers van het occulte

ONDERZOEKERS VAN HET OCCULTE

door Karel Wagemans

Nu de buurt zich weer opmaakt om gezellig te gaan griezelen met Halloween is het misschien wel een geschikt moment om eens kort aandacht te besteden aan drie vroegere wijkbewoners, die de bestudering van het occultisme van een meer wetenschappelijke basis hebben voorzien. In alfabetische volgorde zijn dat: Paul Dietz (1878-1953), Karel de Jong (1872-1960) en Wilhelm Tenhaeff (1894-1981).

Paul Dietz

De eerste was aanvankelijk bioloog, werd nadien zenuwarts, maar heeft vooral naam verworven als universitair (privaat)docent parapsychologie. Dietz vervulde die pioniersfunctie van 1932 tot 1940 te Leiden. In  de loop der tijd heeft hij een groot aantal onderzoeken verricht naar gebeurtenissen in het paranormale vlak.

Een van zijn (vele) publicaties hierover is “Verschijningen en verschijnselen” uit 1948. Met zijn vrouw en hun twee dochters vestigde hij zich in 1925 in het Statenkwartier, waar zij achtereenvolgens op de Van Boetzelaerlaan 25, de Van der Heimstraat 6 en de Viviënstraat 2 hebben gewoond. Dietz zou uiteindelijk overlijden op het Frankenslag 325.

Karel de Jong

Karel de Jong, van huis uit classicus, woonde samen met zijn moeder van 1916 tot 1919 in de Antonie Duyckstraat 48. Na haar overlijden verhuisde hij naar de Beeklaan 356. Behalve door zijn slordige kledij viel hij in het dagelijks leven op door zijn ascetisch voorkomen. Hij werd in 1940 de opvolger van Dietz als universitair docent parapsychologie te Leiden en is dat tot zijn dood gebleven. Tot zijn vriendenkring behoorden onder meer Willem Kloos en Albert Vogel. Na het overlijden van die laatste nam De Jong zitting in het comité dat zich beijverde om een gedenkteken voor deze voordrachtskunstenaar op te richten. Het is sinds 1936 op het Frederik Hendrikplein te vinden. Van De Jongs hand zijn onder meer de studies “De witte magie” (1951) en “De zwarte magie” (1955).

 

Wilhelm Tenhaeff

Bekender dan deze twee is ongetwijfeld nog steeds Tenhaeff, die van 1953 tot 1978 bijzonder hoogleraar parapsychologie te Utrecht was. Hij woonde van 1919 tot 1921 met zijn (eerste) vrouw en haar twee kinderen in de Van Beverningkstraat 119. In laatstgenoemd jaar gingen zij uit elkaar en ging Tenhaeff op kamers wonen in de Riouwstaat 59. Aanvankelijk nog dagbladschrijver bracht zijn buitengewone interesse in paranormale verschijnselen hem ertoe in 1925 in Utrecht psychologie te gaan studeren. Nadien kwam het tot een samenwerking met Dietz, toen zij samen de redactie voerden van het in 1928 voor het eerst uitgekomen “Tijdschrift voor Parapsychologie, gewijd aan de studie van het occultisme in zijn vollen omvang”. Het bevatte al meteen een artikel van De Jong (“Plato en het occultisme”). In 1945 leerde Tenhaeff de Twentse paragnost Gerard Croiset (1909-1980) kennen met wie hij vele spraakmakende proefnemingen deed. Dat de wetenschappelijk waarde van die experimenten later in twijfel werd getrokken, heeft Tenhaeffs reputatie echter geen goed gedaan.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.